Verleent betekenis

le·nen Vervoegingen: verleende ( enkelv.) Vervoegingen: heeft verleend () (iets dat je niet kunt aanraken) geven Voorbeelden: 'toestemming verlenen', 'hulp verlenen aan de oorlogsslachtoffers', 'iemand gastvrijheid verlenen' Synoniemen:: verschaffen. l e ·nen (verleende, heeft verleend) 1 schenken, toestaan: iem. gratie verlenen 2 verschaffen.

Verleent betekenis Het WikiWoordenboek biedt vervoegingen voor het werkwoord "verlenen".

Toekennen synoniem

Woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen als ‘toekennen’, met toelichting en mogelijkheden om verder te zoeken. ken·nen Vervoegingen: kende toe ( enkelv.) Vervoegingen: heeft toegekend () geven Voorbeelden: 'iemand een privilege toekennen', 'ze kenden hem de hoofdprijs toe', 'nummers toekennen aan de onderdelen' Synoniemen:: verlenen, geven, toewijzen, Synoniem.

Toekennen synoniem Synoniemen van toekennen. geven; gunnen; hechten; toebedelen; toekomen; toestaan; toewijzen; vergunnen; verlenen; Puzzelomschrijvingen van toekennen: Adjudiceren; Attribueren; Bevoorrecht; Geven; Gunnen; Hechten; Oordelen; Prediceren; Toebedelen; Toekomen; Toerekenen; Toeschrijven; Toestaan; Toevoegen; Toewijzen; Vergunnen; Verlenen; Cryptische.

Geven betekenis

1) (iemand iets) in de hand leggen, ook als geschenk Voorbeelden: 'iemand een hand geven als je elkaar begroet of om iemand te feliciteren', 'iemand die jarig is een cadeau geven' Antoniem: k Gevonden op geven to give Ik gaf hem een nieuw boek. ― I gave him a new book. (intransitive, impersonal) to have a negative effect Geeft dat? – Nee, dat geeft niet. ― Is that bad? – No, it doesn't matter. to care about [with om ‘about’] Hij geeft om zijn kinderen. ― He cares about his children. Jullie geven niks om politieke integriteit!.

Geven betekenis ven (gaf, heeft gegeven) 1 aanreiken 2 iem. iets toekennen, toeschrijven: iem. de schuld geven 3 verlenen als een gunst of weldaad; = schenken: iem. een cadeau geven; weten te geven en te nemen meegaand zijn 4 laten horen of zien: een schreeuw geven; de lamp geeft weinig licht ¶ dat geeft niets (a.

Schenken betekenis

Schenken 1) Aanbieden 2) Aanreiken 3) Afstaan 4) Begiftigen 5) Bijgieten 6) Cadeau geven 7) Doneren 8) Doteren 9) Geld weggeven 10) Geven 11) Gieten 12) Gunnen 13) Intappen 14) Kwijtschelden 15) Laten houden 16) Medegeven 17) Offeren 18) Offreren 19) Presenteren 20) Serveren 21) Slijten 22) Tappen 23) Toebedelen. SCHENKEN - English translation of SCHENKEN from Dutch from the Dutch-English Dictionary - Cambridge Dictionary. Schenken betekenis schenken (weak, third-person singular present schenkt, past tense schenkte, past participle geschenkt, auxiliary haben) to give as a present, to gift Synonyms: geben, spendieren, bescheren, verehren, zuwenden, zum Geschenk machen.

Toestaan betekenis

toestaan ermee instemmen, zeggen dat het mag vb: roken is hier toegestaan Synoniemen: goedvinden toelaten toestemmen veroorloven dulden gedogen permitteren tolereren Tegenstellingen: bestrijden tegengaan. Betekenis: • Om iets goed te keur of toe te laat (en nie te verbied nie). Gebruik: • Ek hoop dat die bank 'n lening aan my sal toestaan. Sinoniem: • endosseer • inwillig • magtig • permitteer • ratifiseer • toelaat • toestem • vergun • verleen Vertaling: Engels: to permit, allow, grant Nederlands: toestaan.

Toestaan betekenis